Ane Brun - In Wonderland

Maart 2005

“Koekje,” kirde ze als een klein meisje, wijzend naar het schoteltje onder de kop cappuccino. En wat ze ook al in het Nederlands kon zeggen: “Ik vind het heel fijn om weer hier te zijn.” Ane Brun deed namelijk al voor de derde maal binnen driekwart jaar ons land aan en haar debuut Spending Time With Morgan bleek toen inmiddels een typische groeiplaat: op het eerste gehoor een hooguit verdienstelijk album, dat op langere termijn steeds vaker tot luisteren noodt. De stille kracht van haar ingetogen muziek ligt in de lyrische zang, die zich onwillekeurig laat associëren met Joni Mitchell en Ani DiFranco. “Geen wonder,” reageerde de met een akelig droge hoest kampende singer-songwriter. “Op hún platen heb ik namelijk gitaar leren spelen en uiteraard zong ik de liedjes dan mee. Al heb ik die jazzy frasering toch vooral te danken aan Ella Fitzgerald en Sarah Vaughan.”

Als dochter van een Noorse jazzzangeres was haar eerste onuitwisbare muzikale herinnering een concert van Herbie Hancock op een internationaal festival in haar geboortestad, waar ze later zo’n twaalf keer als vrijwilligster zou werken. “Ik heb praktisch alle levende jazzgrootheden zien optreden,” vertelde ze niet zonder trots. “Thuis draaide ik van jongsaf de elpees van mijn ouders grijs en later de collectie van mijn broer. Als tiener had ik een behoorlijk eigenaardige smaak, die uiteenliep van Miles Davis tot Living Colour en zelfs Bobby Brown.” Op haar twintigste ontdekte ze Blue van Joni Mitchell en toen pas kreeg Ane Brun de neiging om zelf muziek te gaan maken. Van haar ouders mocht ze de Spaanse gitaar in huis meenemen naar Oslo, waar ze op haar studentenkamer aan de hand van tabulatura de geheimen van de open stemming doorgrondde. Aan die periode van schier eindeloos oefenen refereert de titel van haar album, want Morgan blijkt niet de naam van een persoon, maar het merk van die akoestische gitaar. “Ze is inmiddels te bejaard en te aftands op mee op tournee te nemen, al klinkt ze nog steeds heel mooi. Wanneer ik thuis onderuitgezakt op de bank naar de televisie zit te staren, wil ik er nog wel eens wat gedachteloos op tokkelen.”

Morgan was haar trouwe metgezel toen Ane Brun zes jaar terug de zomer doorbracht in Barcelona, waar ze op straat voor het eerst in het openbaar optrad om haar verblijf te kunnen bekostigen. Eenmaal terug in Noorwegen vond ze in Bergen aansluiting bij de meidengroep Damsels In Distress, om vervolgens tot over haar oren verliefd te worden en samen met haar vriendje naar Stockholm te trekken. “Toen het na een jaar uit raakte, ben ik daar toch blijven hangen, omdat voor mij als singer-songwriter het balletje inmiddels was gaan rollen. “Zo’n anderhalf jaar geleden was ik eindelijk klaar voor een album, maar de platenfirma’s in Zweden zijn zulke treuzelaars, dat ik het met behulp van vrienden en kennissen maar zelf ben gaan doen. Van de stress heb ik tranen met tuiten moeten huilen en nachtenlang naar het plafond liggen staren.” Verschenen op haar eigen label werd Spending Time With Morgan maanden later alsnog door een gevestigde maatschappij in diverse Europese landen op de markt gebracht. “Het is bijna te mooi om waar te zijn,” verzuchtte ze. “Op dit moment interesseert het me dan ook geen zier of het me ooit zal lukken mijn carrière verder uit te bouwen. Voorlopig ben ik nog wel even in de zevende hemel.”

Exact een jaar later zit Ane Brun opnieuw audiëntie te houden in dezelfde Amsterdamse hotelbar, waarbij het geluid van de koffiemachine haar soms overstemt. Ze heeft net een tweede album uit, A Temporary Dive, dat koud verschenen gelijk op één stond in Noorwegen, haar geboorteland. Ook in Zweden, waar ze al jaren woont, heeft ze intussen naam gemaakt. Anders dan in het buitenland brengt ze in Scandinavië haar werk in eigen beheer uit. Na het succes van Spending Time With Morgan toonden diverse labels belangstelling, maar ze kon geen enkele reden bedenken waarom het voor haar makkelijker zou worden om het niet langer in eigen hand te houden. “Ik ben inmiddels een echt bedrijfje,” constateert ze enigszins verbaasd over zichzelf. “Ik heb een manager, mijn rechterhand, die bijna alles voor me regelt. Ik hoef alleen nog maar wat administratie af te handelen, rekeningen betalen enzo. En beslissingen nemen natuurlijk. Wat en wanneer, ik kan alles zelf bepalen. Daarbij volg ik het tempo van mijn creativiteit.”

Al een keer of zes is ze inmiddels in Nederland geweest, hetzij voor pers, radio of televisie, hetzij voor optredens. Haar afzetgebied beperkt zich vooralsnog tot Scandinavië en een paar kleine Europese landen, al komt A Temporary Dive nu ook in Engeland op de markt. “Spannend hoor, maar als ze me daar niet moeten, dan zal ik daar heus niet van wakker liggen.” Langer dan anderhalve week is ze tot nu toe nog nergens op tournee geweest, maar evengoed blijft het vermoeiend. “Alles is van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op jou geconcentreerd en dat is iets waar ik moeilijk aan kan wennen. Na een paar dagen heb ik het echt nodig om weer tot mezelf te komen. Gelukkig heb ik nu een eigen flat. Sinds ik uit huis ben gegaan, heb ik altijd op kamers gezeten in een of andere woongemeenschap. Dankzij het feit dat ik min of meer carrière heb gemaakt, heeft mijn leven eindelijk structuur gekregen. Ik heb het gevoel dat ik geland ben.”

Ze zweeft in de lucht als een ballon, maar de wind zal haar niet meenemen, want beneden staat er iemand met het touwtje om de pols. Dan weer is ze in een diepe put getuimeld en gooien vrienden haar botten en stenen toe, zodat ze een ladder kan bouwen om naar boven te klimmen. Zulk soort hallucinante beelden gebruikt Ane Brun voor het beschrijven van haar gevoelens. “Nee, ik haal ze niet uit mijn dromen, ze komen uit mijn verbeelding. Ik wandel rond in mijn fantasie als Alice in Wonderland.” A Temporary Dive laat zich beluisteren als een album vol stille wanhoop is het, afgezien dan van het duet met Ron Sexsmith, een gelukkig liefdesliedje dat ze schreef voor de trouwerij van twee vrienden. “Wat dat over mij zegt?” herhaalt ze giechelend. “Nou, niet zo bijster veel. Van nature ben ik namelijk best een opgewekt persoon. Mensen hebben geen idee. Ze denken mij te kennen, maar het is amper vijftien procent van wie ik ben. Dit is wat ik schrijf wanneer ik in de put zit, mijn manier om er weer uit te komen. Want als je verliefd bent of gelukkig, ga je heus niet in je eentje thuis op de bank een liedje zitten schrijven. Dan heb je wel wat beters te doen.”