Teddy Thompson - Uit zijn schulp

November 2006

Drie minuten voor het afgesproken tijdstip gaat de liftdeur open en stapt hij de hotellobby binnen. Het aura van de ware popmuzikant kleeft hem nou niet bepaald aan, integendeel, hij ziet er ronduit onopvallend uit en loopt er zelfs enigszins verloren bij. Gisteravond in het voorprogramma van Lucinda Williams leek Teddy Thompson juist opmerkelijk zelfverzekerd, ofschoon hij toch in zijn eentje op het podium van een langzaam volstromend Paradiso stond te spelen. Maar wat eigenlijk méér zegt: zijn liedjes bleven ook zonder de fraaie arrangementen recht overeind staan. Twee albums maakte hij tot nu toe, waarvan het titelloze debuut uit het begin van deze eeuw te onuitgesproken klonk om te beklijven. De opvolger Separate Ways daarentegen is dit jaar volkomen onterecht tussen wal en schip gevallen, want het is een weemoedige popplaat die zich in één adem laat noemen met het magnifieke Woodface. “Dat is nog eens een compliment,” reageert hij verrast. “Geloof het of niet, maar ik wilde vroeger niets liever dan sprekend op Crowded House lijken.”

Met vroeger bedoelt Teddy Thompson zo’n vijftien jaar geleden toen hij stiekem zijn eerste liedjes probeerde te schrijven, terwijl hij daarnaast met een coverband actief was. “Veel verder dan het opluisteren van schoolfeesten zijn we nooit gekomen. Ik nam het ook niet echt serieus, moet ik er meteen aan toevoegen. Vanwege mijn ouders had ik het idee dat je nooit een volwaardig artiest kon zijn als je geen werk van eigen hand uitvoerde,” aldus de zoon van het legendarische folkrockduo Richard & Linda Thompson. “Lange tijd heb ik geen lucht gegeven aan mijn muzikale ambities, omdat ik gewoon niet wist of ik wel in mij had. Pas op mijn twintigste schreef ik mijn eerste fatsoenlijke liedje, maar het duurde nog tot het moment dat ik een platencontract op zak had voor ik werkelijk begon te geloven in een carrière.”

Teddy Thompson werd dertig jaar geleden geboren in een soefigemeenschap buiten Londen, waar zijn ouders zich kort daarvoor bij hadden aangesloten. Met het profetische meesterwerk Shoot Out The Lights kwam er zes jaar later een abrupt eind aan het huwelijk toen zijn vader midden in een Amerikaanse tournee verliefd werd op een ander. De drie kinderen groeiden verder op bij hun moeder, die hertrouwde met een kunsthandelaar en de muziek voor gezien hield. Na de middelbare school verruilde Teddy onder het mom van een lange vakantie Londen voor Los Angeles om in Santa Monica bij zijn vader in te trekken. “Tegen mijn bedoeling in bleef ik er hangen, terwijl ik niet precies wist waar het met mijn leven naar toe moest. Om rond te kunnen komen, heb ik van alles en nog wat gedaan. Zo ben ik koerier voor een filmmaatschappij geweest en receptionist bij een kapsalon. Daarnaast heb ik een tijdlang in de begeleidingsgroep van mijn pa gespeeld en tijdens een solotournee liet hij me zelfs het voorprogramma doen.”

Teddy’s vader was sinds jaar en dag bevriend met singer-songwriter Loudon Wainwright III en toen diens zoon zijn eerste plaat kwam opnemen in Los Angeles werden ze met elkaar in contact gebracht. “Rufus en ik konden het meteen prima met elkaar vinden. Vakmatig gezien heb ik behoorlijk wat van hem opgestoken en bovendien heb ik via hem in korte tijd allerlei andere muzikanten leren kennen. Zelf ben ik nogal eenkennig van aard. Voor mijn sociale vaardigheden is mijn vertrek uit Engeland dan ook enorm belangrijk geweest. Amerika dwingt je uit je schulp te kruipen. Voor mijn persoonlijke ontwikkeling was Los Angeles juist allesbehalve ideaal. Alle mensen die daar naar toe trekken doen dat om iets van zichzelf te maken, dus iedereen is er ontzettend egocentrisch ingesteld.”

Inmiddels alweer zes jaar geleden verhuisde Teddy Thompson alweer naar New York, waar zijn moeder een appartement in Manhattan voor hem had gekocht, naar haar zeggen onder de voorwaarde dat ze te allen tijde op de bank mocht blijven slapen. Kort daarop verscheen zijn debuut, geproduceerd door singer-songwriter Joe Henry, maar koud lag het titelloze album in de winkels of de platenfirma sloeg aan het reorganiseren, waardoor hij alle steun verder wel kon vergeten. De navolgende jaren toerde hij als begeleider van Rufus Wainwright en Rosanne Cash, “zodat ik tenminste wat om handen had én de schoorsteen moest natuurlijk roken”. Daarnaast hielp hij zijn moeder bij het componeren en opnemen van haar geweldige comebackplaat Fashionably Late, “een uitermate moeizaam proces, al was ik daar slechts zijdelings bij betrokken”.

Tussen de hand- en spandiensten door werkte Teddy Thompson aan Separate Ways, wat gepaard ging met “nodeloos veel geklungel”, reden waarom hij uiteindelijk een beroep deed op multi-instrumentalist Brad Albetta, producer en tevens vriendje van Martha Wainwright. Zijn vader sprong opnieuw in als gitarist, terwijl hij zijn moeder wist over te halen tot een cameo appearance in het verborgen bonusnummer, net zoals hem dat voor zijn debuutplaat gelukt was met Emmylou Harris. “Ik ben vast van plan elk album af te sluiten met een duet van The Everly Brothers. Als we vroeger met het gezin een uitstapje maakten, hadden we altijd een paar cassettebandjes met hun muziek bij ons. Het is misschien wel mijn oudste herinnering.”

Worstelend met liefdesperikelen, vechtend tegen lethargieaanvallen en verbolgen over misplaatste sterallures komt Teddy Thompson bepaald niet naar voren als een luchthartig iemand, zij het dat Separate Ways verschoond blijft van geweeklaag dankzij zijn ironische inslag. “Vooral als muzikant word ik constant heen en weer geslingerd tussen groot zelfvertrouwen en diepe twijfel, wat overigens helemaal niet wil zeggen dat ik zwaar op de hand ben. Eigenlijk ben ik best vaak gelukkig, nu ik er zo over nadenk. Maar wie gaat er nou een liedje schrijven wanneer hij de koning te rijk is? Dan heb je wel wat beters te doen. Of niet soms?”