Luchten

Juni 2013

Hoe belangrijk zijn teksten in de popmuziek eigenlijk? Op de keper beschouwd doen ze er natuurlijk niet toe, of in ieder geval pas in laatste instantie. Want vermag de muziek niet aan te spreken, dan kan zelfs een poëtisch hoogstaande tekst dat niet verhelpen. En hoe sterker de muziek weet te boeien, des te minder aandacht het gezongen woord opeist. Neem nou Tindersticks, het Engelse kamerpopensemble rond crooner noir Stuart A. Staples. Diens sonore mompelgezang maakt hem letterlijk onnavolgbaar. Zelfs close listening leert hooguit waar het ongeveer over gaat. Bij geen van de negen reguliere albums en evenmin bij zijn twee tussen wal en schip gevallen soloplaten zijn de teksten afgedrukt. Niet voor niets kennelijk. Zijn stem maakt deel uit van het instrumentarium, niets meer en niets minder.

Maar nu ligt er opeens Singing Skies, een selectie van 75 liedteksten. En wat blijkt uit de inleiding? Die vele tientallen nummers zaten al die tijd in zijn hoofd. De zanger heeft zijn woorden nooit opgetekend. Tot onlangs, toen het hem toch iets te vol werd daar in de bovenkamer. Het boek moest alleen niet ogen als een dichtbundel, en ook niet als een notitieschrift. Een kinderherinnering aan zijn moeder bracht uitkomst. In een rommelwinkel vond hij een mechanische typemachine, vervolgens schoonmaken dat apparaat, nieuw lint erop gelegd, vel papier erin gedraaid, en tikken maar. I’ve got memories. I keep them away from me. They won’t behave, be the way I want them to be.

Slordige interpunctie en nogal wat spelfouten, hoofdlettertoets soms te laat losgelaten, plus hier en daar een misslag. Prachtig ziet het er uit, zeker in combinatie met de luchtschilderijtjes van echtgenote Suzanne Osborne. Een jaar lang keek ze iedere dag op enig moment naar het zwerk en penseelde in olieverf wat ze zag. Vanuit haar atelier op het Franse platteland veelal, maar ook op familiebezoek in Londen, of op vakantie in Turkije en Portugal. Vaak ’s avonds laat, soms ’s nachts, niet zelden in de namiddag, nooit overdag. Achterop de hardboard mini-schilderijen schreef ze de data. Zoals: 23st October, 2010, 1.40am, studio. Cold, clear sky – moon behind me, one star out. Of: 11th January, 2010, 6,15pm, studio. Cool, wet day – windy now and cooler still, thin veils of cloud-cover building up to hide the last of pale blue sky. Is het niet duister, dan is het wel grauw.

Wat schrijft Stuart A. Staples nu voor een soort teksten? Om ze met auteur A.L. Snijders te typeren: ZKV’s, ‘zeer korte verhalen’. Bijvoorbeeld: The sheet that was cut and caught the blood was opened, dried and stretched out and hung on the wall. Meestal zijn ze wel langer, zoals een normale liedtekst, zij het vrijer van structuur. Eerder Amerikaans dan Brits van stijl trouwens, waarbij de ik-persoon zich dikwijls rechtstreeks richt tot een ander, de wederhelft. Over vervreemding gaat het, verraden liefde en soms ordinaire lust, wroeging en angst, de greep verloren hebben, de wanhoop nabij zijn. Moeheid ook, zo moe zijn dat inslapen niet lukt. De laatste zin: Hold me as I SCREAM in this fire of autumn. En dan moet de winter nog komen.