Verlangen

November 2006

Eens in de zoveel jaar overkomt het je. Dat je het gevoel krijgt: ja, deze muziek is speciaal voor mij gemaakt. De laatste keer gebeurde mij dat bij Ane Brun. Maar anders dan gewoonlijk was het geen liefde op het eerste gehoor. Eerst was er de bewondering. Wat was het toch mooi klein gehouden, terwijl er tegelijkertijd zoveel spannende dingen gebeurden. Prachtig ook die lyrische zang, een beetje in de trant van Joni Mitchell vroeger. Maar ontroeren, nee, dat deed het me niet. Toen kwam dat optreden, nog kleiner, zij met haar akoestische gitaar plus ene Staffan Johansson op steelgitaar. Een stem en twee instrumenten, drie eenheden, kunstig in elkaar gevlochten. Zo boeiend dat het voelen er weer bij in dreigde te schieten. Tot het moment opeens, eindelijk, dan daar was: de vonk sloeg over.

Ik begrijp nu inmiddels wel waarom het tot die avond moest duren. Die eerste plaat van haar, Spending Time With Morgan, klinkt namelijk nog wat stijfjes, iets waar de opvolger A Temporary Dive dankzij het vele touren niet meer aan lijdt. Maar toch, echt raken doet haar muziek mij alleen maar als ik haar live hoor. Hoe vaak ze de afgelopen drie jaar ook op de planken heeft gestaan, er is nog steeds niets routineus in haar optreden geslopen. Integendeel, telkens lijkt het weer wat bezielder, doorleefder en intiemer. Haar laatste keer in Nederland was eind november op het Roots Of Heaven-festival, waar ze de vreemde eend in de bijt was. Binnen het kwartier had ze het publiek op de knieën. Wat het ’m deed was de combinatie met de hemelse tweede stem van Nina Kinert, zelf ook een singer-songwriter, die ze speciaal voor de gelegenheid had meegenomen.

Terwijl ik daar vlak voor het podium stond te luisteren, geheel en al in de ban, viel me ineens op dat ze de gewoonte heeft om tijdens de instrumentale passages met haar bovenlichaam te gaan wiegen. En dat is, zo begreep ik datzelfde ogenblik, nou precies wat haar muziek ook met mij doet: wiegen. Ze sust het stille verdriet om alles wat voorbij is en de vage angst voor alles wat nog komen moet in slaap. En daarvoor in de plaats komt dan een verlangen, een onbestemd verlangen, eigenlijk meer een verlangen naar verlangen. Ik voel weer even hoe het was.