Corley is de naam, David Corley. De zoveelste ruwe bolster, blanke pit van een Amerikaan, die met de gitaar op zijn rug stad en land wil afreizen om voor een paar luizige centen zijn liedjes te brengen voor anderhalve man en een paardekop. Niet omdat hij nou zo nodig moet, nee dombo, het is zijn bloed dat kruipt waar het niet gaan kan.