Allison Moorer - Waargebeurd
De heftigste muziek laatst op Blue Highways kwam niet zoals verwacht van de Drive-By Truckers, maar van Allison Moorer (31) en haar vier jonge honden van begeleiders. “They kick ass,” zo had ze voorafgaand aan de lustrumeditie van dat Utrechtse Americana-festival verzekerd, dus geen wonder dat er tijdens haar optreden nogal wat verloop was onder het bezadigde publiek. Wie een stel grijsgedraaide southern rock-platen in de kast heeft staan, kwam evenwel volop aan zijn trekken, temeer daar de frêle zangeres zich ondanks het elektrische gitaargeweld geen moment hoefde te overschreeuwen dankzij haar majestueuze stem. Haar recente album The Duel, dat ergens uitkomt tussen klassiekers als Zuma van Neil Young & Crazy Horse en Hollywood Town Hall van The Jayhawks, verschilt hemelsbreed van haar moderne countrywerk op de drie voorgangers, al wil ze van een tweede debuut absoluut niet weten. “Ik zie het als een doorstart.”
“Er zat totaal geen schot meer in mijn carrière,” verklaarde ze het opmerkelijke initiatief haar contract met een gevestigde platenfirma te laten ontbinden teneinde te kunnen tekenen bij een onafhankelijk label. “In artistiek opzicht ben ik nooit belemmerd, maar ze weten gewoonweg niet hoe ze iets anders dan countrypop aan de man moeten brengen. En wanneer je niet minstens een half miljoen albums verkoopt, geld je als zo’n eigenwijze artiest die zich te goed voelt om de massa op zijn wenken te bedienen. Bij de grote maatschappijen minachten ze talent, het gaat alleen maar om het slijten van waar. Bovendien wordt de industrie in Nashville goeddeels bestierd op zijn ouwe jongens krentenbrood. Staan ze weer met een stel op de golfbaan, begint een muziekuitgever over een schattig nieuw zangeresje dat toevallig ook nog radiovriendelijke liedjes kan schrijven, zegt zijn maatje van de platenfirma dat hij haar zal contracteren als de bal er bij de volgende slag inrolt. Geloof het of niet, dit is werkelijk gebeurd.”
Ze diste het sterke verhaal op alsof ze in een kroeg flink aan de borrel zit, een hele tegenstelling met haar oudere zus Shelby Lynne, die tijdens interviews de kat uit de boom blijft kijken. Drinken en roken doen ze nochtans allebei, zoals het rechtgeaarde Amerikanen uit het Diepe Zuiden betaamt. Geboren en getogen in Frankville, Alabama hoorden de twee aan elkaar verknochte zussen behalve pure country ’n’ western thuis ook southern rock, maar eenmaal op de middelbare school raakte Allison verslingerd aan alternatieve rockgroepen als R.E.M. en The Replacements. Goed en wel afgestudeerd in de public relations reisde ze in de voetsporen van haar zus naar Nashville, waar ze haar artistieke rechterhand en uiteindelijke echtgenoot Doyle Lee Primm ontmoette, die ze luttele maanden na dato overigens halsoverkop zal verlaten voor Steve Earle. “Ik ken Butch al bijna even lang als ik mijn ouders heb meegemaakt.”
Aldus refereerde ze aan de onwaarschijnlijke familietragedie op haar veertiende toen haar stomdronken vader kort na de echtscheiding eerst haar moeder en vervolgens zichzelf naar de eeuwige jachtvelden schoot. “Mijn zus en ik waren onschuldige toeschouwers van dat helse drama, al drong dat pas na verloop van lange tijd langzaam tot mij door. Hun dood heeft bepaald hoe ik nu tegen de wereld en het leven aankijk. Zo zal ik niet zo gauw met een oordeel klaarstaan, want volgens mij kun je mensen alleen maar begrijpen als je zelf in hun schoenen staat. Ik kan bijna altijd sympathie en vergiffenis opbrengen voor wat iemand in het heetst van de strijd een ander heeft aangedaan. En heus niet omdat ik nou toevallig een religieus persoon ben, die blind gelooft dat alles wat er gebeurt in Gods wil besloten ligt. Want zo simpel steekt het volgens mij echt niet in elkaar.”