Emmylou Harris - De derde stem

Maart 2013

Emmylou Harris doet niets liever dan zingen en dan bij voorkeur samen met een ander, wat sinds het midden van de jaren zeventig inmiddels moet hebben geleid tot een recordaantal gelegenheidsduetten. De hoge kunst van het dubbelzingen werd haar bijgebracht door Gram Parsons, de countryrockdandy die deze nazomer veertig jaar geleden bezweek aan een overdosis cocaïne, amfetamine, morfine en bourbon. Na zijn onverhoedse overlijden kreeg de timide zangeres tot haar stomme verbazing een lucratief platencontract aangeboden. Kosten noch moeite zouden worden gespaard in een poging diens moderne countrystijl via haar te populariseren.

Ze mocht op tournee met peperdure sessiekrachten als gitarist James Burton en pianist Glen D. Hardin uit het Las Vegas-orkest van Elvis Presley, aangevuld met jonge talenten als Rodney Crowell, een onbekende singer-songwriter uit de coterie van Townes Van Zandt en Guy Clark. Ze was hem op het spoor gekomen dankzij Brian Ahern, een succesvolle producer die haar door de platenfirma was toegewezen. Bij hem thuis in Toronto hadden ze aan de keukentafel demo’s zitten doorluisteren om te kijken of er iets geschikts bij zat wat ze konden opnemen voor haar komende album. Volgens eigen zeggen sloeg het intro van het eerste liedje wat ze van hem hoorde gelijk in als een bom. Bluebird Wine werd uiteindelijk de opener van Pieces Of The Sky, haar tweede debuut en binnen luttele maanden haar eerste gouden plaat. Kort na die luistersessie aan de keukentafel zouden de twee met elkaar kennismaken en een vriendschap voor het leven was geboren.

Zeven jaar lang diende Rodney Crowell als de rechterhand van Emmylou Harris in de toepasselijk genaamde Hot Band. Eigenlijk fungeerde hij als plaatsvervanger van Gram Parsons, want haar gestileerde countryrock lag tot in de details in het verlengde van diens klassiekers GP en Grievous Angel. Tussen de bedrijven door bouwde hij aan een solocarrière, al zou commercieel succes hem pas eind jaren tachtig ten deel vallen met de popgevoelige countryrock van Diamonds & Dirt, nadat hij als producer van zijn toenmalige echtgenote Rosanne Cash de eerste succesvolle countrysinger-songwriter had gemaakt. Toen Garth Brooks begin jaren negentig het onwaarschijnlijk genoeg tot superster had weten te schoppen, grossierden alle glamour cowboys en rodeo sweethearts binnen de kortste keren in onvoorstelbaar oubollige countrypop. De geest van Gram Parsons was kennelijk weer vervlogen.

Ondanks haar onaantastbare status als countrydiva raakte Emmylou Harris bij de media en het volk van lieverlede uit de gratie, waardoor de platenfirma haar de zegen gaf in zee te gaan met Daniel Lanois, de klankmagiër achter klassieke albums van U2, Peter Gabriel en Bob Dylan. Op het beklemmende country noir-meesterwerk Wrecking Ball volgden het door diens vaste geluidstechnicus Malcolm Burn geproduceerde Red Dirt Girl, waarop uitzonderingswijs praktisch alle liedjes uit eigen koker kwamen. Doortrokken van de zwaarmoedige sfeer van de stokoude mountain ballads uit de Appalachen liet deze vergeten klassieker zich toen al beluisteren als de eerste folkmuziek voor de nieuwe eeuw.

Rodney Crowell op zijn beurt vond zichzelf in die vroege jaren nul opnieuw uit met het autobiografische tweeluik The Houston Kid en Fate’s Right Hand, die niet minder ver af stonden van de confectiecountry uit Nashville. Merkwaardig genoeg schitterde hij door afwezigheid op het vijf jaar terug verschenen All I Intended To Be, waarvoor Emmylou Harris zich herenigde met haar gewezen producer en echtgenoot Brian Ahern, terwijl zich onder de ruim dertig medewerkenden nogal wat oude bekenden bevonden, onder wie zowaar enkele bejaarde oerleden van The Hot Band. Toch klonk er hoegenaamd geen nostalgie door op dit levenswijze  album vol bespiegelingen, waarbij verdriet en hunkering waren verdrongen door berusting en loutering.

Vriendschap in het licht van de verglijdende tijd, dat is waar het volgens Emmylou Harris in wezen om draait op het pas verschenen Old Yellow Moon, haar nostalgische duetalbum met Rodney Crowell. Zo draait de pakkende openingstrits de klok terug naar Pieces Of The Sky, waarvan nota bene Bluebird Wine nog eens dunnetjes wordt overgedaan. Toch blijven ze beslist niet hangen in hun eigen muzikale verleden, getuige een stel roerende liedjes die de leeftijd van de beide zestigplussers verraden. We’re both grown tired of running after rainbows. Here we are, darlin’, here we are, klinkt het ergens weemoedig over een jankende steelgitaar. Saillant genoeg had zij dat liedje van hem al eind jaren zeventig voor het eerst gezongen samen met countrycrooner George Jones. Overigens herbergt Old Yellow Moon overwegend ouder repertoire, nota bene uitgekozen en uitgeprobeerd aan de keukentafel bij Brian Ahern thuis in Nashville.

Een vergelijking met de zo indringend zingende Gram Parsons geeft uiteraard geen pas, maar daarom harmoniëren de stemmen van Emmylou Harris en Rodney Crowell niet minder mooi en natuurlijk. Niet voor niets leerden ze elkaar vocaal kennen door countryduetten uit de jaren vijftig en zestig te oefenen aan de vooravond van de eerste repetities met The Hot Band in een villa ergens in Coldwater Canyon vlakbij Hollywood. Bij dubbelzingen is het volgens haar de kunst om met z’n tweeën een derde stem te creëren, waarbij de melodielijn en de intervallen van het lied er niet zozeer toe doen, want het komt uiteindelijk vooral aan op onbevangenheid en stoutmoedigheid. Zo heeft ze zich ook nooit strikt gehouden aan het countryidioom, al gebeurde dat eerder uit onwetendheid dan recalcitrantie, omdat ze de stijlregels van het genre nooit echt goed heeft leren kennen.

Haast tegen beter weten in blijft Emmylou Harris zichzelf beschouwen als een verstokte countryzangeres. Vandaar dat ze zich net als in de jaren tachtig en negentig eerder verdrietig dan boos kan uitlaten over de artistieke staat van wat in het grijze verleden gold als de muzieksoort van de blanke Amerikaanse onderklasse. Echt goede liedjes komen er al sinds jaar en dag niet meer bij, zo beweert ze, want werkelijk alles wat ze tegenwoordig aan moderns op de autoradio hoort klinkt haar in de oren als een regelrechte persiflage. Vergeleken met het ware werk van bijvoorbeeld Hank Williams, Loretta Lynn en Merle Haggard is het vandaag de dag bloedeloosheid troef. Wat zij en Rodney Crowell voor ogen stond bij het maken van Old Yellow Moon valt dan ook niet moeilijk te raden: het bloed weer door de country laten stromen.