Verheven

December 2014

Sommige albums gelden al bij voorbaat als een meesterwerk. My Favourite Faded Fantasy bijvoorbeeld, de derde van Damien Rice, waarop de wereld liefst acht jaar moest wachten. Optreden deed hij in die tussentijd amper en dan nog moederziel alleen, want zijn groep hield het al gauw voor gezien toen bijzangeres Lisa Hannigan hem als geliefde de bons gaf en zij op haar beurt op tournee haar congé kreeg. Al die verplichtingen en verwachtingen ook. Vanwege het onverwachte succes van zijn debuutplaat O draaide het maken van de opvolger uit op een hels karwei, wat goed viel af te horen aan 9: meer van hetzelfde, alleen stukken minder. Waarop het met die moeilijke derde natuurlijk al helemaal niet wou lukken. Tot hij uiteindelijk besloot het op te geven en het binnen de kortste keren vanzelf kwam. Ja, de creativiteit, die wil wat.

Maar waarom het nou zo moeizaam ging? Zoveel stellen die nieuwe composities toch niet voor, net zomin trouwens als de oude, zo leerde het bejubelde concert eind oktober in het Amsterdamse Carré. En voor het akoestische gitaarspel van de Ierse bard haalt een Amerikaanse troubadour van diens statuur zijn neus op. Maar daar gaat het helemaal niet om, begrijp dat dan. Want wat een zanger: adembenemend, overrompelend, hartverscheurend. Nee, zo in zichzelf gekeerd, kwetsbaar en intens beleef je het zelden of nooit. Tja. Persoonlijk hoor ik vooral te lang uitgerekte liedjes zonder pakkende melodie, melodramatisch gezongen tot en met. Een lijdend kunstenaar in levenden lijve. Een emotioneel hoogbegaafde singer-songwriter, die zich openbaart aan ons gewone zielen. Kunnen wij hem eigenlijk wel navoelen? Verheven klinkt het zonder meer. Maar verheffend?

Nu wat betreft dat vermeende meesterwerk. My Favourite Faded Fantasy telt een achttal liedjes met een speelduur van zo’n slordige vijftig minuten. En bijna alle acht beginnen net als bijna alle twintig op de beide vorige albums met gitaargetokkel of pianogetingel, waarbij zich vervolgens allerlei andere instrumenten voegen, culminerend in een crescendo van strijkers, al dan niet aangevuld met blazers, soms nog voorzien van een coda. Pronkstuk is het negeneneenhalve minuut klokkende It Takes A Lot To Know A Man, een staaltje arrangeerkunst van de bovenste plank. I Don’t Want To Change You met zijn majestueuze zangmelodie mag er niet veel minder wezen, voor de rest blijkt al dat opladen en ontladen niets anders dan een methode om povere composities heel wat te doen lijken. Hoe koket ook, geef mij maar Rufus Wainwright.

Let wel: O vond ik in die dagen een prachtplaat en twaalf jaar na dato kan ik nog best horen wat mij er zo in aanstond. En dat concert toen in De Helling, de dependance van de inmiddels gesloten Utrechtse poptempel Tivoli, is me altijd bijgebleven als bijzonder, al herinner ik me zo gauw geen bijzonderheden. Waarom word ik dan nu toch zo kregelig van zijn muziek? My Favourite Faded Fantasy valt te beluisteren als een elegie voor een verloren liefde. Ach en wee alom, alsof het hem pas gisteren is overkomen. It’s a long way back if you get lost, heet het tot besluit, waarbij hij zich door de stand-in van Lisa Hannigan laat toezingen: You’re only in your way. Aan enig zelfinzicht ontbreekt het hem kennelijk niet. Evengoed komt er aan zijn gelamenteer geen eind. Veel te veel met zichzelf bezig, die Damien Rice, ja, dat is het. Sterker zelfs, hij wil schijnbaar niets liever. Get a life!