Elvis Costello - In een andere wereld

April 2001

Ergens in de binnenstad van Londen neemt een man in het zwart in een etablissement een kop koffie. Het is er nog rustig op dit uur, al begint het wel zo langzamerhand tegen lunchtijd te lopen. In gedachten verzonken staart hij voor zich uit, totdat het agressieve geluid van de espressomachine hem doet opschrikken. Een blik op zijn horloge leert hem dat hij warempel de tijd uit het oog is verloren. Bijna twintig minuten lang al zit er in Nederland iemand ongeduldig bij de telefoon te wachten. Gehaast pakt hij zijn mobieltje en kiest het nummer dat hem gisteravond is doorgegeven. “Hallo daar, Elvis Costello hier...”

Eigenlijk doet hij liever geen phoners, maar soms kan het nu eenmaal niet anders. Zo wil hij nu met een reis door Ethiopië voor de boeg hoe dan ook de nodige ruchtbaarheid geven aan For The Stars, een album dat vooral als Anne Sofie von Otter Meets Elvis Costello zijn weg moet zien te vinden naar liefhebbers van divers pluimage. De potentiële doelgroep voor dit even curieuze als ambitieuze project is namelijk uitzonderlijk breed. Zo geniet de Zweedse mezzosopraan in de wereld van de klassieke muziek een reputatie als een talentrijk zangeres, wier ongewoon veelzijdige repertoire loopt van Händel en Verdi tot Mendelssohn en Grieg. De gewezen angry young man van de Britse new wave op zijn beurt toonde zich het afgelopen decennium zo mogelijk nog weidser georiënteerd, waarin hij samenwerkte met onder vele anderen Paul McCartney, The Brodsky Quartet, The Jazz Passengers en Burt Bacharach.

Twaalf jaar geleden inmiddels werd Costello (46) door zijn vrouw Cait O’Riordan, die hij had ontmoet in haar tijd met The Pogues, vergast op een uitvoering van Berlioz’ La Damnation De Faust door de hem toen praktisch onbekende Von Otter. Het concert bleek niets minder dan een openbaring. “Ik heb haar zelfs bloemen laten sturen, zo ondersteboven was ik ervan. Vraag me alleen niet waarom haar stem me als geen andere aangrijpt, want dat kan ik met de beste wil van de wereld niet uitleggen. Wanneer ik haar hoor, word ik overmand door pure emotie. Voor dat gevoel bestaan weliswaar woorden, maar die woorden zijn te krachteloos en inhoudsloos om het moment te beschrijven waarop je door muziek als het ware uit jezelf wordt gelicht. Om je dan machteloos te buiten te gaan aan holle superlatieven, zou afbreuk doen aan die overweldigende ervaring.”

Acht jaar na die Berlioz-avond gaven von Von Otter en Costello op uitnodiging van het Zweedse Radio Symfonieorkest een dubbelconcert in Stockholm. Die ontmoeting zette hem weer aan tot het schrijven van de liederencyclus Three Distracted Women voor haar aanstaande tournee met hun wederzijdse vrienden van het Brodsky Quartet. Tijdens de repetities polste von Otter op aanraden van haar man of Costello misschien niet eens een album met haar wou maken. “Daar hoefde ik natuurlijk geen seconde over na te denken, ook al was het op zichzelf een behoorlijk riskante onderneming. Want als klassiek geschoolde vocalisten zich aan populair repertoire wagen, resulteert dat negen van de tien keer in zoiets frivools als een Broadway-achtige plaat. Vandaar dat ik graag met een ensemble wenste te werken, iets waar gelukkig ook de voorkeur van Anne Sofie naar bleek uit te gaan. En verder wilde ik haar per se niets overbekends laten zingen, omdat daar toch geen artistieke eer meer aan te behalen valt. Er wordt al veel teveel dunnetjes overgedaan.”

Anders dan in de bedoeling lag, bevat For The Stars liefst negen nummers waarin Costello de hand had, aangevuld met evenzoveel stukken van grootheden als Tom Waits, Brian Wilson, The Beatles en zelfs ABBA. “Mijn oorspronkelijke opzet was om uitsluitend liedjes van anderen te nemen, die het volgens mij verdienden om eens in een totaal andere stijl vertolkt te worden. Tot mijn verbazing stond Anne Sofie er echter op om ook werk van mij uit te voeren, maar van het idee om daarnaast nog een stel opgewektere nummers te doen, heb ik haar uiteindelijk af weten te brengen. Ik had een herfstachtig album in gedachten, een mooi afgerond geheel van weemoedige ballades, dat op een attractieve manier droefgeestig zou moeten klinken.”

“Blijf even hangen, wil je. Ik moet nu naar buiten om een taxi te pakken, anders kom ik te laat voor mijn volgende afspraak.” Terwijl hij zich naar Brook Street, hoek New Bond Street laat vervoeren, vertelt Elvis Costello dat de definitieve sessies voor For The Stars vooraf werden gegaan door uitgebreide proefopnamen. Plaats van handeling was de naar zijn zeggen knusse Atlantis-studio in Stockholm, waar nog steeds de vleugel staat die ABBA gebruikte voor het onverwoestbare Dancing Queen. Als begeleiders had Anne Sofie von Otter (45) om te beginnen oud-studiegenoten uit haar conservatoriumtijd gevraagd, die vervolgens weer muzikanten uit hun kennissenkring meetroonden. “Of het nu pop, jazz, folk of klassiek betrof, die combinatie bleek van alle markten thuis. Zo hadden we gelijk ook een heel arsenaal aan instrumenten tot onze beschikking, variërend van cello, viool en piano tot vibrafoon, steelgitaar en synthesizer. Daarbij hoefde ik ze niet alles voor te kauwen, iets waar ik toch al niet van hou. In Londen, New York of Los Angeles had ik het werkelijk niet beter kunnen treffen.”

Von Otter moest letterlijk en figuurlijk zo dicht mogelijk bij huis blijven, besefte Costello, anders zou ze zich niet op haar gemak voelen en het artistieke avontuur niet aandurven. “Zoals te doen gebruikelijk in de klassieke muziek werden de vocale en instrumentale partijen daarom in de regel simultaan opgenomen, Wel moest Anne Sofie voor het eerst van haar leven rechtstreeks in een microfoon zingen, wat een speciale techniek vereist, waarbij al teveel kracht zetten en overdreven articuleren uit den boze zijn. Het was dan ook zaak om alles zo klein mogelijk te houden, zodat ze niet al te gauw in de verleiding zou komen om de hogere registers op te zoeken. En met het hele ensemble in één en dezelfde ruimte bij elkaar leek de ambiance wel binnenskamers, waardoor ze des te intiemer ging zingen.”

Als zangeres van klassieke werken doen de teksten er voor Von Otter minder toe, in die zin dat ze zich er niet direct in hoeft te herkennen. Bij populaire muziek ligt dat evenwel anders, temeer daar dat genre om een vrije interpretatie vraagt. “De notatie is altijd tamelijk oppervlakkig,” legt Costello uit. “De nuances in bijvoorbeeld de frasering moet de uitvoerende er zelf in brengen. Dat vergde nogal wat creativiteit van Anne Sofie. Weliswaar bleek het te onnatuurlijk voor haar om voor de vuist weg te zingen, maar ze heeft wel haar eigen dingen aan de bladmuziek weten toe te voegen. Bovendien vervalt ze nergens in imitatie, zelfs niet in het toch onlosmakelijk met Nina Simone verbonden The Other Woman, dat in haar versie bijna klinkt als een Europees kunstlied. Wacht even, wil je, we zijn er.”

Costello rekent af, stapt de taxi uit en rondt voor de deur het gesprek af met een opsomming van wat er zoal op zijn agenda staat. Naast een aantal speciale projecten voor festivals in Amerika en Engeland, overweegt hij de bewerking van de door hem gecomponeerde muziek bij Il Sogno, een dansvoorstelling van A Midsummer Night’s Dream die vorig jaar door een Italiaans gezelschap werd opgevoerd. “En voor het eerst sinds tijden zit ik weer in mijn eentje liedjes te schrijven voor een nieuw album. Iets concreets kan ik er nog niet over vertellen, behalve dan dat er geen enkele ballade op voor zal komen, want met dat idioom heb ik me voorlopig wel lang genoeg beziggehouden. Het heeft me met She van die goede oude Charles Aznavour zelfs nog een wereldhit opgeleverd ook. Dankzij de film Notting Hill hebben ze nu tot in nota bene Brazilië en Thailand van mij gehoord. Mooi meegenomen natuurlijk, al schiet ik er verder niet echt iets mee op.”