Melissa Etheridge - De roze rocker

Oktober 1995

Melissa Etheridge heeft amper een stap buiten de deur gezet of prompt komt er iemand op haar toe hollen. Een Duitse journaliste, zo blijkt, die toevallig enkele dagen in Londen verblijft voor een of andere reportage. Maar ze weet van het besloten concert van vanavond en zou ze als fan van het eerste uur heel misschien alsjeblieft een eventueel overgebleven kaartje kunnen krijgen. De zangeres belooft subiet een assistent naar buiten te sturen om haar verder te helpen en neemt met een handdruk minzaam afscheid.

Plaats van handeling is de rommelmarkt bij Camden Lock, een gezellig drukke buurt waar het echter meteen na zonsondergang bepaald niet meer pluis lijkt. Anders dan gebruikelijk puilt de club Dingwalls die avond uit van de bezoekers. Naast employees van de Britse platenfirma van Etheridge bestaat het gros van de vijfhonderd genodigden uit popmedewerkers van alle mogelijke media, aangevuld met enkele tientallen uitverkoren fans die tijdens de zogeheten showcase voor de nodige ambiance moeten zorgen.

Het mini-optreden vormt de opening van een uitputtende promotiecampagne voor Your Little Secret, het vijfde album van Amerika’s grootste vrouwelijke rocker. Beduidend robuuster en tegelijk minder bombastisch dan de succesvolle voorganger Yes I Am, waarvan alleen al in de Verenigde Staten vijf miljoen exemplaren over de toonbank gingen, klinkt ze meer dan ooit als een kruising tussen Janis Joplin en Bruce Springsteen. Glamourloos gekleed in leren broek en T-shirt werkt Ethridge zich met haar drie oerdegelijke begeleiders op de kop af een uur lang in het zweet. Het gaat dan ook om een eerste van een serie verkapte try-outs, waarmee ze zich warmspeelt voor een een schier eindeloze tournee, die haar eindelijk de zo fel begeerde status van wereldster moet bezorgen.

Sinds het prille begin van haar carrière is Melissa Etheridge, inmiddels bijna halverwege de dertig, eigenlijk geen steek veranderd. Ze blijkt nog steeds diezelfde nuchtere meid uit Kansas, met dit verschil dat ze met het toenemen van het succes haar schuchterheid steeds verder heeft laten varen.

Twee jaar geleden was je buiten Nederland, Australië en Canada ook in de Verenigde Staten al een behoorlijk populaire rockzangeres, maar sinds je uit de kast kwam ben je in eigen land een nationale bekendheid. In hoeverre maakt dat voor jou persoonlijk nou verschil?

“Ik ben nu vooral beroemd vanwege het feit dat ik beroemd ben. Tot voor kort stoelde mijn faam uitsluitend op mijn muziek en dat vond ik prachtig. Wanneer mensen mij op straat benaderden, wist ik dat het om echte fans ging, die niet alleen al mijn platen in de kast hadden staan, maar bovendien precies begrepen waar ik over zong. Er bestond een zekere band tussen ons. Tegenwoordig moet ik veel meer op mijn hoede wezen als een wildvreemde mij aanklampt, want tien tegen een herkent die persoon mij zonder ooit een noot van mij gehoord te hebben en zo iemand valt je alleen maar lastig.”

Is je vriendenkring eigenlijk veranderd? Als je de bladen mag geloven, verkeer je momenteel vrijwel uitsluitend met supersterren.

“Nee hoor, ik ga nog steeds met dezelfde mensen om. De meesten werken in de filmindustrie, het zijn collega’s van mijn vriendin. Het toeval wil trouwens dat ik niet de enige van ons ben die de laatste tijd is doorgebroken, dus ook in dat opzicht staan we even dicht bij elkaar als vroeger.”

Op de een of andere manier wekte je van meet af aan de indruk alsof je voorbestemd was voor het grote succes.

“Eerlijk gezegd voelde ik dat inderdaad wel een beetje zo, zij het dat ik absoluut niet wist hoe ik dat massapubliek ooit zou moeten bereiken. Tenslotte valt mijn muziek binnen geen enkele trend en daarbij piekerde ik er niet over om commerciële concessies te doen. Desondanks ben ik altijd blijven geloven dat ik het op zekere dag zou maken, al betwijfelde ik of het met Yes I Am eindelijk zou gaan gebeuren. Ik vond het een allesbehalve modieus album, maar blijkbaar vulde het toch een gat in de markt.”

Toen je begin jaren tachtig je heil zocht in Los Angeles moet je de moed in de schoenen zijn gezonken.

“Het is zo’n gigantische stad en je kunt er zo moeilijk je weg vinden, terwijl mij dat met al die verzamelde platenfirma’s daar juist zo gemakkelijk had geleken. Hoewel ik bij de reguliere clubs bot ving, lukte het me echter toch vrij snel om aan werk te komen. Ik vlooide de kranten na op adressen van roze café’s, waar ik langsging met het verzoek of ik er niet een keertje op proef zou mogen spelen. Twee bars, eentje in Long Beach en een andere in Pasadena, die overigens allebei zelden of nooit iets aan live-muziek deden, wilden me wel een kans te geven. Toen ik meteen een redelijke respons bleek te krijgen, kon ik er mijn tent opslaan. Gaandeweg bouwde ik een eigen publiek op, waarna ze me voor meerdere avonden per week boekt en. Het verdiende behoorlijk goed en ik trok er regelmatig een volle bak.”

Hoe heeft je manager je daar in hemelsnaam ontdekt?

“Zijn vrouw speelde voetbal met een stel vriendinnen, die een van die twee bars frequenteerden. Op hun aanraden haalde zij haar man over om eens naar mij te komen luisteren en hij bood ter plekke aan om me ond er zijn hoede te nemen, Ik wist werkelijk niet wat me overkwam: de vroegere manager van Bread wilde met mij in zee gaan.”

Wat gebeurde er vervolgens?

“Van alles en nog wat en tegelijkertijd niets. Ik bleef gewoon optreden in die bars, waar Bill mensen van diverse platenfirma’s mee naar toe sleepte, omdat ik daar immers het beste uit de verf kwam. Maar de een na de ander zag geen brood in mij, want ze konden zich eenvoudig niet voorstellen hoe dat meisje met die akoestische gitaar zou klinken als er een stevige begeleidingsgroep achter haar stond. Bovendien willen de meesten een hit horen, anders weten ze al helemaal niet hoe ze je aan de man moeten brengen.”

En toen, na drie lange jaren, maakte niemand minder dan Chris Blackwell zijn opwachting, de man die eerder Bob Marley en U2 zijn vertrouwen schonk.

“Hij geloofde op slag in mij. Volgens hem moest je mijn muziek in alle rust laten rijpen en dan zou er mogelijk iets groots uit kunnen groeien. Hij vond me een echte rocker, zei hij, waarbij hij zich liet ontvallen dat de volgende rockster van formaat een vrouw zou worden, althans als zijn voorgevoel hem niet bedroog.”

Wanneer wist je zeker dat je toek omst in de rock ’n’ roll lag?

“Als kind van een jaar of negen vond ik het al leuk om tussen de schuifdeuren op te treden. Op mijn elfde stond ik voor het eerst op een podium tijdens een talentenjacht in het winkelcentrum bij ons in de stad, waar ik geen slecht figuur sloeg. Wanneer ouderen me vroegen wat ik later wilde worden, antwoordde ik vanaf dat moment dan ook: ‘Nou, ik kan zingen, dus ik denk zangeres.’ Toen ik in mijn puberteit mijn eigen teksten begon te schrijven, vond ik daarin een uitlaatklep voor al mijn angsten, verlangens en onzekerheden. Het bleek ook een veilige manier om mijn gevoelens te ventileren, want ik was niet anders gewend dan mijn emoties op te kroppen.”

Er werd bij jullie thuis nooit echt met elkaar gepraat.

“Nee, het ontbrak het mij en mijn zus beslist niet aan liefde, integendeel, er werd juist ontzettend goed voor ons gezorgd. Mijn ouders kwamen oorspronkelijk uit het zuiden, waar ze onder armoedige omstandigheden opgroeiden, terwijl ze bovendien allebei een alcoholische vader hadden. Het enige dat ze wilden, was hun ongelukkige jeugd vergeten en samen een modelgezinnetje stichten. Ze hebben zich uit de naad gewerkt, zodat hun kinderen het tenminste goed zouden krijgen. Het moest er rimpelloos aan toegaan, vandaar dat er op het uiten van gevoelens als het ware een taboe rustte. Het leek wel alsof er binnen ons gezin geen vreugde bestond, geen verdriet of pijn, helemaal niets. Pas toen mijn vader op sterven lag, kwamen de verhalen over vroeger los, maar tegen die tijd had die levenslang ingehouden verbittering hem van binnen al praktisch helemaal opgevreten.”

Toch heb je het op je achttiende aangedurfd om hem te vertellen dat je lesbisch bent, een bekentenis waarop hij verbazingwekkend laconiek reageerde.

“Nou ja, ik leidde het nieuws wel buitengewoon omzichtig in, dus wie weet wat voor vreselijk ellendigs hij verwachtte. Ik was zo bang dat hij van ontzetting door de grond zou zinken, want in mijn onschuld veronderstelde ik dat behalve ikzelf iedereen anders in Kansas hetero was, zeker in Leavenworth. Na zijn dood ontdekte ik overigens dat hij twee homoseksuele broers had.”

Je vader vond het kennelijk evenmin een punt dat je je op betrekkelijk jonge leeftijd al zo fanatiek met muziek bezighield, anders had hij zich niet opgeworpen als chauffeur voor de groep waarin je als tiener zong.

“Mijn ouders wisten absoluut niet wat ze van mijn artistieke aspiraties moesten denken en ze stimuleerden mij op dat gebied ook niet echt, maar als ik kansen kreeg, hielpen ze mij om die te benutten. Toen het eindexamen van de middelbare school in zicht kwam, begonnen ze me echter op het hart te drukken dat het de hoogste tijd werd om eens serieus over mijn toekomst te gaan nadenken. Ik wist ze uiteindelijk aan het verstand te breng en dat ik per se in de muziek verder wilde en zodoende belandde ik op het conservatorium in Boston. Daar hield ik het al na twee semesters definitief voor gezien, want ik trad liever in lounges en restaurants op dan dat ik al die saaie colleges volgde. Dat ik mijn studie er zo gauw aangaf, vonden mijn ouders niet echt een probleem, omdat ik immers op mezelf woonde en inmiddels in mijn eigen onderhoud kon voorzien.”

Hoe is het je zus eigenlijk vergaan?

“Nadat ze met veel pijn en moeite de middelbare school had afgemaakt, liep ze met de nodige stennis van huis weg om tenslotte weer terug te keren naar Leavenworth, waar ze tot op de dag vandaag woont, samen met haar man en twee kinderen.”

Klopt het dat het Shriner’s Park, waarover je op je nieuwe album zingt, in Leavenworth ligt?

“Ja, het is een stadspark met een kleine speeltuin, waar de jongeren uit de buurt ‘s avonds stiekem naar toe slopen. Er gebeurde niets onbetamelijks hoor, ik bedoel, we zaten niet aan de drugs of de drank of iets dergelijks. We hingen daar gewoon wat rond om samen iets van het echte leven te ontdekken. De tekst van het liedje heb ik bewust heel suggestief gehouden, zodat de luisteraar er zijn eigen verbeelding op los kan laten. Het nummer is gebaseerd over een van mijn eerste verhoudingen, een vluchtige liefde die in feite niet veel om het lijf had. Sindsdien hebben we ook ieder contact met elkaar verloren, maar van horen zeggen weet ik nu dat ze ondertussen getrouwd is en twee kinderen heeft. Ik was nieuwsgierig hoe het met haar zou gaan en ik vraag me af of ook zij eigenlijk nog wel eens aan die tijd moet terugdenken.”

Een ander hoogtepunt op Your Little Secret is Nowhere To Go.

“In dat liedje probeer ik me voor te stellen hoe mijn leven eruit zou zien als ik nog steeds in Kansas woonde en het niet tot een beroemde rockzangeres had weten te brengen. Afgaande op mijn herinneringen zou ik me ongetwijfeld gefrustreerd en hopeloos voelen, want in zo’n kleine stad in het middenwesten kun je werkelijk geen kant op.”

Qua sfeer en beeld doen de teksten van die twee nummers onwillekeurig aan Bruce Springsteen denken.

“Dat realiseerde ik me ook, met name bij het schrijven van dat ene couplet waarin die Chevy voorkomt, maar dat vond ik nog geen reden om die passage te schrappen, want het is nu eenmaal de waarheid.”

Je duet met Springsteen tijdens Unplugged was overigens ontroerend om te zien.

“Oh, ik was helemaal door het dolle heen! Toen de mensen van MTV me bij de voorbespreking vroegen of ik niet een speciale gast wilde uitnodigen, antwoordde ik: ‘Nee eigenlijk niet, behalve dan natuurlijk Bruce.’ Ik bedoelde het als grapje, maar zij vatten het heel serieus op: ‘We staan op redelijk goede voet met hem, dus we zullen hem wel even polsen.’ En een paar dagen later belden ze op: ‘Hij vindt het leuk om te doen.’ Ik kon mijn oren niet geloven! Toen ik de beelden terugzag, schaamde ik me dood. Ik keek zo ontzettend stom uit mijn ogen en dan die schaapachtige grijns: al mijn professionaliteit was als sneeuw voor de zon verdwenen. En het is zo’n fantastische kerel, Bruce, echt een man uit duizenden.”

Hij was je grote voorbeeld, nietwaar?

“Hij, Janis Joplin en Joan Armatrading, met wie ik gisteravond toevallig voor het eerst uit eten ben geweest, waren mijn belangrijkste inspiratiebronnen. Bruce is tot op de dag van vandaag een rolmodel voor mij, want ik vind het zo bewonderenswaardig dat hij zich niet heeft laten overweldigen door zijn gigantische succes. Ik weet nu uit ervaring hoe moeilijk het blijkt om de visie op je werk te behouden als je volslagen onverwacht ettelijke miljoenen albums hebt verkocht. Zeker wanneer je, zoals ik, erg ambitieus bent. Ik probeer mezelf telkens weer te overtreffen, niet alleen artistiek maar ook commercieel, omdat ik niet zonder de motivatie van een concreet doel kan. Er lopen nog genoeg mensen op de wereld rond die mijn muziek niet kennen, om nu al op mijn lauweren te gaan rusten. Overigens doe ik dit niet louter om mijn eigen ego te strelen, het liefst van alles wil ik iets voor anderen betekenen.”