Victoria Williams - Vreemde vibraties

Augustus 1987

“Wat heeft die koffieroom toch een rare kleur,” zei Victoria Williams. “Moet je eens kijken.”

“Dat is geen koffieroom,” legde de verslaggever uit. “Dat is koffiemelk, iets dat tussen melk en room in zit.’”

“Maar het is toch echt, hoop ik, het komt toch van de koe?”

“Vast wel.”

“Okido.”

*******

Victoria Williams (28) en de verslaggever spraken elkaar de dag na het concert van Randy Newman in een eenvoudig Amsterdams hotel. Zij had die avond in Theater Carré het voorprogramma mogen verzorgen. Al na vijf minuten bleek ze het publiek in verwarring te hebben gebracht, net zoals dat Newman in de begindagen van zijn carrière regelmatig was overkomen. Maar haar debuutalbum Happy Come Home lag dan ook nog niet in de winkels, zodat niemand wist wat te verwachten. En haar werk is nou eenmaal buitenissig. Haar stijl roept bij kenners een keur aan associaties op, variërend van Laurie Anderson en David Thomas tot Geoff Muldaur en Van Dyke Parks. Daarbij zingt ze als een kruising van Cyndi Lauper, Kate Bush en Minnie Mouse.

*******

“Je werkte het publiek gisteravond op de lachspieren,” zei de verslaggever. “Vind je dat erg?”

“Als ze maar niet op de verkeerde momenten lachten,” antwoordde Victoria Williams. "Want mijn muziek is wel degelijk ook serieus. Of niet soms?”

“Op het eerste gehoor lijkt het alsof je met de onschuld van een kind door de wereld loopt, maar in wezen ben je helemaal niet zo naïef.”

“Je bedoelt dat er twee niveaus in mijn liedjes zitten?”

“Precies.”

“Ah, dan is het goed.”

“Er zit ook een soort van moraal in je teksten, is het niet?”

“Een boodschap, bedoel je? Ja. Soms.”

“Neem nou Statue Of A Bum, dat liedje over die zwerver die woont in een doos. Wat voor verhaal steekt daar achter?”

“Een waargebeurd verhaal. Dat standbeeld van die landloper bestaat echt, dat heb ik gezien in Oslo, een paar jaar geleden toen ik met Jonathan Richman daar op tournee was. En in Greenwood, Louisiana had je een man die daadwerkelijk in een doos woonde. Op zekere dag kreeg hij een erfenis, maar die wilde hij aan een weeshuis geven, omdat hij vroeger een bedrijf had gehad dat zijn klanten had opgelicht. Waar het eigenlijk over gaat, is dat mensen geld nodig hebben om te kunnen overleven en soms vervallen ze daarom tot liegen en stelen. Deze man was er zo eentje, maar toen hij tot inkeer was gekomen, wilde hij voortaan zonder iets of iemand voor zichzelf zorgen. Om het weer goed te maken, begrijp je.”

Victoria Williams staarde enkele seconden langs de verslaggever heen. “Weet je, niets is fantastischer dan de werkelijkheid," zei ze hoofdschuddend. “Je kunt het zo gek niet verzinnen.”

*******

Ben jij ooit in een woestijn geweest?” vroeg Victoria Williams aan de verslaggever. “Ik wel, één keer.” Ze boog zich naar de verslaggever toe en sprak bijna fluisterend, alsof ze hem een geheim ging verklappen. “Peter, Case, mijn man weet je wel, zat in Nashville en toen ben ik op een morgen in de auto gestapt en naar de woestijn van Joshua Tree gereden. Het was zo’n dag waarop je de vervuiling in de lucht zag hangen, ook toen ik me al een heel eind buiten Los Angeles bevond. Maar achter de bergen werd het plots zilverhelder. En mooi dat ik die woestijn vond. Ik stond daar in die weidse vlakte en geen mens te zien, alleen die grillige rotsgevaarten, die daar door een reus her en der lijken te zijn neergelegd. Toen kwam er ineens van achteren een kraai laag overvliegen en die cirkelde een tijdje om een van die rotsen. Op zulke momenten voel ik me één worden met de dingen. Ken je dat gevoel?”

*******

“Je bent opgegroeid in een voorstad van Shreveport,” wist de verslaggever. “Hank Williams heeft daar ooit gewoond toen hij voor de Louisiana Hayride optrad. Bestaat dat programma nog steeds?”

“Jazeker, al is het niet meer wat het geweest is,” zei Victoria Williams. “Mijn vader had vroeger altijd KWKH op staan. Dan ging voor dag en dauw de radio aan en hoorde je door het hele huis: I fell into a burning ring of fire. I went down, down, down and the flames got higher. ’s Morgens had je ook een hoorspelfeuilleton. Ooh, it’s little Abner, riep de vrouw met zo’n kraaienstem uit. Waarop die man zei: Wonderful world, wonderful world. Echt heel grappig.”

“Dan ben je zeker begonnen met het nazingen van country ’n’ western-liedjes,” veronderstelde de verslaggever.

“Nou, niet de traditionele country, hoor. Ik hield meer van Dillard & Clark, Jerry Jeff Walker en Guy Clark. Simon & Garfunkel vond ik ook prachtig, vooral de teksten. Toen ik een jaar of vijftien was, hing ik vaak met een stel vrienden rond in Lake Cliff, een club bij Cross Lake waar Hank Williams en Elvis Presley en wie al niet meer hebben opgetreden. Boordevol inspiratie gingen we dan tegen elven naar hun huis toe om tot aan het ochtendgloren muziek te maken."

“Vonden je ouders het wel goed dat je een hele nacht wegbleef?”

“Ik belde mijn moeder altijd op om het te vertellen. Er kwam verder niets bij, hoor, je moet niet denken dat we seks hadden of zo."

“Maar dat kon je moeder toch niet weten?”

“Mijn ouders konden me gewoon niet tegenhouden, zelfs als ze dat per se gewild hadden. Eerst bleef ik soms maar één nacht weg, daarna af en toe een paar dagen en toen op een keer logeerde ik een maandje bij mijn broer in New York. En nog later ging ik voor een tijdje naar Californië. Daar ontmoette ik een man die een plaat met mij wilde opnemen. Ik besloot de jongens in Shreveport op te gaan halen, maar die wilden niet meekomen, zodat ik er bleef hangen. Na zo’n twee jaar kon ik het er niet langer uithouden. Iedereen zat aan de drugs en ik had dingen uit de Bijbel geleerd, dus ik pakte mijn boeltje bij mekaar en stapte in de auto. Op naar de Westkust.”

“Hoe lang is dat nou geleden?”

“Een jaar of vijf.”

“En toen heb je Peter ontmoet en zijn jullie The Incredible Strung Out Band begonnen?”

“Dat gebeurde eigenlijk pas later. Er zat ook iemand in die groep die sitar had gestudeerd bij Ravi Shankar. We hebben trouwens maar een paar keer opgetreden. Een van de liedjes die ik zong heette John K. Hartman. Het ging zo: John K. Hartman worked at the paper mill down Springhill, Louisiana. His wife gave boat rides out on the bayou for tourists and locals who’d come around...”

*******

“We hebben het nog helemaal niet gehad over hoe je plaat er uiteindelijk is gekomen,” schoot de verslaggever te binnen.

“Dat is een lang verhaal,” verzuchtte Victoria Williams. “Maar kort samengevat komt het er op neer dat een klein label mij een album wilde laten maken. Tijdens een van de eerste opnamesessies kwam er toevallig een man van een grote platenfirma langs en die bleek er wel oren naar te hebben. Vervolgens duurde het een hele tijd voor ze het budget ter beschikking stelde en toen bleek dat ook nog eens niet over te houden. Ik vond het een hele toestand, hoor.”

“Misschien veen beetje vreemde vraag, maar beschouw je Happy Come Home nou als de officiële start van je carrière?”

“Tjee, dat weet ik eigenlijk niet.”

Victoria Williams dacht een moment na. “Ik hoop wel nog een volgende plaat te kunnen maken. Ooit.’

*******

In de hal van het hotel namen Victoria Williams en de verslaggever afscheid.

“God zegene je,” zei ze, terwijl ze een handje gaf.

Bij het dichttrekken van de deur keek de verslaggever nog even om. Hij zag het afstapje niet en struikelde.